Een katholieke kerk is een ruimte die aan de wereld is onttrokken en uitsluitend is bestemd voor de eredienst. Dit geldt al vanaf de bouw: de eerste steen wordt plechtig gezegend. Deze steen is een verwijzing naar Jezus, hoeksteen van de Kerk waarin de gelovigen als levende stenen worden gevoegd. Als de kerk voltooid is, wordt het gebouw door de bisschop gewijd. Er wordt onder meer een apart wijdingsgebed uitgesproken, en de muren en het altaar worden gezalfd met chrisma. In de liturgie gedenken we deze wijding, en vieren we dat ook wij als gelovigen een tempel zijn waarin de Heer Zijn verblijf houdt.

“De kerkwijding betreft dit gebouw maar óók ons als Kerk, als gelovige gemeenschap die hier samenkomt rond de Verrezen Heer. (…) Wij allen zijn hier met een eigen plek en roeping, zo zijn de zusters hier met een bijzondere roeping als slotzuster. Zij bidden voor hen die zelf nooit bidden opdat ook zij bij God kunnen komen. Door hun bijzonder aan God toegewijd leven zijn de zusters een herinnering en getuigenis voor anderen dat Jezus eigenlijk de hoeksteen, het fundament van ons leven is.”
– Uit de homilie van Aartsbisschop Eijk op 6 oktober 2009, bij gelegenheid van de wijding van onze kerk –
Jaarlijks vieren we maar liefst drie kerkwijdingsfeesten: de wijding van de St. Catharinakathedraal in Utrecht (22 augustus), de wijding van de basiliek van St. Jan van Lateranen in Rome (bisschopszetel van de paus en hoofdkerk van de wereldkerk, op 9 november) en de wijding van onze abdijkerk (hoogfeest op 6 oktober).