De wijding van het kerkgebouw is het symbool en zichtbaar teken van de onzichtbare omvorming van het hart van de gelovigen door de Geest tot gemeenschap, het Lichaam van Christus. Daarom is Kerkwijding het heel eigen feest van de gemeenschap.

Op de wanden van de kerk bevinden zich 12 wijdings- of apostelkruisjes:
plaatsen die gezalfd worden tijdens de Kerkwijding,
ten teken dat het gebouw alleen de eredienst toebehoort.
De H. Augustinus, bisschop van Hippo (†430), zegt hierover in een preek voor dit feest:
Dit is het huis van onze gebeden, het huis van God echter zijn wijzelf. Wanneer wijzelf het huis van God zijn, worden wij in de tijd gebouwd, om aan het einde der tijden te worden gewijd. Het gebouw, of liever het bouwen, kost moeite; de wijding daarentegen verschaft blijdschap. Hetgeen geschiedde toen dit gebouw oprees heeft ook nu plaats, waar zij die in Christus geloven vergaderen.
Want wanneer zij beginnen te geloven, worden zij als hout en stenen uit bossen en bergen gehouwen. Wanneer zij onderricht, gedoopt, gevormd worden, worden zij – als in de handen van werklieden en handwerkers – recht en effen gemaakt.
Toch vormen zij het huis van de Heer niet, als zij zich niet in liefde samenvoegen. Als zij zich niet vreedzaam in elkaar voegen; als zij niet, door zich te verenigen elkaar enigermate zouden beminnen, zou niemand hier binnentreden. Daar nu Christus, de Heer, wilde binnentreden om in ons te wonen, zei Hij, als het ware reeds bezig met bouwen:
‘Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander bemint’.
Om u op te heffen uit de bouwvallen van uw oudheid, moet gij elkander beminnen.
Laat uw liefde er op bedacht zijn, dat dit huis tot op onze dagen nog gebouwd wordt over de gehele wereld, zoals voorspeld en beloofd is.